Sluiten
Sluiten

Augustus 2022

Nieuwe Gaillac

en… een nieuwe Gaillac.

Château Lastours, Domaine de la Petite Tuile, Domaine Philémon en Domaine Gayrard liggen allemaal op de Rive Droite. Lastours aan de oevers van de Tarn, de andere in het heuvelige landschap met klei-kalk bodems erboven. 

Gaillac? Voor meesten synoniem met ‘ons’ Chateau Lastours, de wijnen van de familie Faramond voeren we al vanaf het begin in 1986, en zijn nog altijd zeer geliefd. En dat zal niet veranderen. Maar ons recente bezoek aan deze wijnstreek (een van de oudste van Frankrijk!) deed beseffen dat hier de schatten, ontdekkingen voor het oprapen liggen. Een nieuwe generatie is opgestaan om het unieke, zo lang vergeten, tweeduizend jaar oude wijnerfgoed in oude glorie te herstellen en nieuw biologisch leven in te blazen.

Château Lastours aan de rechteroever van de Tarn.

Vrijwel alle grote historische domeinen – zoals ook Lastours – bevinden zich aan de oevers van de Tarn, met veelal relatief vlakke, zanderige grindbodems, waardoor makkelijk (vanaf jaren zestig) te mechaniseren, en zo geschikt voor grootschalige productie van betaalbare wijnen. De kleine domeinen vind je juist op de qua terroir en expositie interessante, maar lastiger te bewerken hellingen (coteaux), druiven verdwijnen veelal in de anonimiteit van coöperatie en/of grote handelshuizen. Dat is aan het veranderen, de teelt is steeds vaker bio of biodynamisch, de jonge generatie verenigt zich, proeft samen, wisselt uit, maakt gezamenlijke plannen en doelstellingen. Een schatkist gaat open… Ontdekt u mee?

Domaine de la Petite Tuile op de Premières Côtes van Gaillac aan de rive droite van de Tarn.

Domaine de la Petite Tuile

In laatste nieuwsbrief vertelden we al hoe we min of meer bij toeval opeens in de kelder van jonkies Clément en Clémence Debord terecht kwamen… Hun kleine (6ha) Domaine de la Petite Tuile bestaat pas sinds 2016, al waren de wijngaarden reeds generatieslang in bezit van de familie van Clémence. Er wordt vanaf het begin op bio ingezet, certificering volgt in 2019. Focus ligt op autochtone druiven braucol, duras, loin de l’œil en mauzac, er is ook een perceel syrah. Wijngaarden liggen op de hellingen rive droite (rechterzijde) van de Tarn, met zijn klei-kalk bodems van oudsher gezien als beste deel van de appellation. De klei zorgt voor zachte breedte in de wijn en houdt water in de bodem vast, essentieel de laatste (2017,2018, 2019, 2020, 2022) ongekend warme, droge jaren. De geërodeerde kalk van de moederrots geeft de wijnen finesse en fraîcheur.

Clémence en Clément in hun cave.

In de kelder gaat alles natuurlijk, geen enkele toevoeging, behalve wat sulfiet, de wijnen ondergaan hun (zo natuurlijke) tweede malolactische gisting en worden niet geklaard, noch gefilterd. We beginnen met de Gaillac Blanc 2021 van 85% loin de l’œil en 15%  mauzac. Doet qua stijl aan de Chablis van Pattes Loup en de Patrimonio Blanc van Cantina di Torra denken. Een fijne reductie in de neus, daarna gul, zacht, breed van smaak ondanks bescheiden 12˚alc, rustig ook, de subtiele mineraliteit houdt finale mooi fris.

Drie generatie Philémon, met links Mathieu.

Domaine Philémon

Een ander verhaal hier, een met een langere geschiedenis. De familie Vieules bewerkt al sinds begin negentiende eeuw grond in Villeneuve-sur-Vere, een gehuchtje tussen Albi en Cordes in het noordoosten van de appellation. De over-overgrootvader van huidige eigenaar Mathieu was de eerste die vlak na de eerste wereldwereldoorlog naast de graanakkers, wijngaarden aanplantte. Zijn naam: Philémon. Mathieu en eega Stéphanie converteerden eerst de graan, mais- en zonnebloemvelden (2004), daarna de wijngaard (2010) naar biologische teelt, keurmerk ; het serieuze, secure Nature et Progres. Inmiddels grazen er ook schapen, staan er truffeleiken, veldjes met peulvruchten, bosschages, alles omwille van een goed en evenwichtig ecosysteem.

Bij Domaine Philémon veel kalk in de bodem.

De wijnstokken worden doelbewust ouderwets en gobelet gesnoeid, als kleine, losstaande struikjes zodat er geen evenwicht verstorende ijzerdraad nodig is om de stokken te ondersteunen en onderling te verbinden. Alle wijnen zijn van één (autochtone) druivensoort gemaakt, naast braucol, duras, loin de l’œil en mauzac, ook ondenc en de ‘vergeten’ prunelard en jurançon noir. En voor de rosé: gamay. Ook Mathieu opteert voor zo natuurlijk mogelijk, nul komma niks toevoegen, behalve hier echt minimale (<10mg) beetje sulfiet. Voor snelle bestellers (er is niet heel veel van): de zalige, aanstekelijk frisse, spontane Gaillac Rosé 2021 van 100% (direct geperste) gamay. Belangrijkste wijn is de Gaillac Blanc Perlé 2021 (100% loin de l’œil). Klassieke appellation van Gaillac, vergelijk het met Muscadet-sur-Lie: het natuurlijk, door gisting ontstane koolzuur wordt bewaard omwille van de frisheid en energie. Beschermt bovendien tegen oxidatie. Overigens is dat koolzuur nauwelijks proefbaar. Heerlijk glas, crispy, opwekkend, mineraal, lavend verslavend. Apéro, of bij mosselen, ceviche van zeebaars…, ook verkwikkend ‘s avonds bij (ver)late thuiskomst… Amper 11.5˚.

Gaillac? Vergeet ook niet een doosje Lastours mon amour mee te bestellen en/of een doosje stoere Braucol Domaine Gayard, een Côtes du Tarn Rouge, die, jawel, ook Gaillac Rouge had mogen heten….

De cave van Château Lastours.
Lunch bij Domaine Gayrard, juli 2022