De Bourgogne is de Bourgogne…. Het meest traditionele wijngebied ter wereld. Waar jaargangen elkaar opvolgen, zoals generaties binnen de boerenfamilies. Geruisloos, vanzelfsprekend. Tijdelijk naast elkaar bestaand, tot een er niet meer is. En de opvolger al weer in aantocht is…. Enzovoort. Zo proef je twee jaargangen van het vat en werken ouders en kinderen vaak samen. Pa (en soms ma) op het veld, zoon of dochter maakt de wijnen. En mama? Zij doet de boekhouding en noteert –in beduimeld schriftje- de reserveringen. De Bourgogne is de Bourgogne…. Familiedomeinen, generatieslang onwrikbaar geworteld in hun geboortegrond, wijn kan je er alleen kopen als je dat al jaren doet. Je bent een stuk van de familie, van de geschiedenis. Met Dauvissat (Chablis), Carillon (Puligny), Germain (Meursault) en Ambroise (Nuits) werken we sinds het begin in 1986. Alleen toen had niemand ooit van ze gehoord… De paar keer per jaar dat je langskomt is het ook bijpraten. Aan de keukentafel. Zorgen en nieuwtjes worden toevertrouwd. Stilte voor stilte, grote praters zijn het niet. Bij de een: ‘mijn broer gaat het domein verlaten, moet ik iemand anders voor de tractor zoeken en daarbij weet ik niet wat hij straks met zijn erfdeel gaat doen’. De volgende dag, bij de volgende boer: ‘maman is overleden, oui, 92 ans, mais quand-même’. In een paar dagen ben je weer helemaal bij… De Bourgogne is de Bourgogne….en niet de Bordeaux…. Gastvrijheid is hier nog vanzelfsprekend. Je krijgt alles te proeven, hoe kostbaar, hoe zeldzaam ook…. Zelfs al ben je (nog) geen klant, zelfs al hebben ze überhaupt geen fles te koop. Ook wordt er op het laatst meestal nog een ‘oudje’ ontkurkt. Dat zo’n fles misschien wel 100 euro of meer waard is, doet er niet toe, er wordt samen van genoten…. De Bourgogne is de Bourgogne….‘s Winters is het mistig, nul graden, zelden meer, zelden minder. Kil, er is geen mens op straat, men vertoeft ondergronds, in de kelder, een (relatief…) warm toevluchtsoord dan. … In hotels en restaurants zijn we vaak de enige gasten. In juli of augustus, als we nog een keer langs gaan, is het druilerig dan wel drukkend warm en zijn met name Meursault en Beaune vergeven van kofferbakkende toeristen. Heerlijk om dan in de duistere kelder van Germain (Meursault) af te dalen. Weg drukte, wel fris, 10 graden daar. Hoogstens. Proeven en praten. Dan op naar Puligny, naar Carillon…. Papa Louis (Lulu) deed begin jaren negentig een stapje terug en staat nu flessen te etiketteren, zoals lieve opa Louis tot aan zijn dood altijd wel ergens wat blaadjes of rommel vond om een hoekje stilletjes aan te kunnen vegen. Lulu geeft een slap handje, houdt zijn weerpraatje en informeert hoe ‘les affaires’ gaan. Zoon Jacques, nu aan het hoofd van dit domein depuis 1632, hanteert de pipet. Jacques’ diplomatieke toelichting is al vijtien jaar hetzelfde. Dat is traditie. Minstens tweemaal per jaar gaan we naar de Bourgogne. Traditie. Een goede…. De Bourgogne is de Bourgogne…. Er bestaan nogal wat misverstanden, met name over de rouges. Er zijn mensen die denken aan donkere, zwaarhoofdige wijnen. Nee, die vind je daar niet. En als je ze toch tegenkomt dan zijn het niet de goede…. Diegenen die het tegenovergestelde schamperen: te licht, te dun, hebben in zoverre gelijk dat de kleur en tannines niet de sterkste punten zijn van de pinot noir. Het is een delicate druif qua verzorging in het veld, in de vinificatie en daarna als wijn… Het gaat om de expressie in geur, smaak en afdronk, van jaar en terroir. Le pinot ne fait pas de cadeaux. Deze bereikt hij alleen in een gematigd (land)klimaat en staand op kalkrijke bodem. Toegegeven: echt mooie rode bourgognes zijn zeldzaam. Maar als u een goeie heeft…. En voor de witte geldt: geduld is een schone zaak. Een goede meursault, puligny of chablis heeft weinig of geen nieuw hout en ontsluiert zijn geheimen pas na een jaar of vijf, de premiers crus nog later. Wie een vette, lawaaiige, getoaste chardonnay wenst, zoeke zijn geluk aan de andere kant van de Oceaan. De Bourgogne is niet de Bourgogne van twintig, dertig jaar geleden… Toen plukten men de letterlijk wrange vruchten van op productie gerichte klonen, kunstmatig vetgemest, met zwaar chemisch geschut tegen ziekten beschermd. Die tijd is voorbij. Bijna alle goede producenten werken veel natuurlijker, tenoren als Dauvissat, Leflaive, Comtes Lafont, Bize-Leroy zelfs biodynamisch, net als onze En Belles Lies. Men haalt zomers het teveel aan druiven weg, er wordt op het juiste moment geplukt, in de kelder zorgvuldiger gewerkt, natuurlijke gisten benut en geen enzymen, aan- of ontzuren meer. Wij denken dat het algemene niveau van de wijnen nog nooit zo hoog is geweest als nu. En dat de prijzen tot voor kort -de kleine oogsten 2011, 2012, 2013, veranderden alles- vergeleken met die rare, meestal van elke finesse gespeende, zogenaamde ‘topwijnen’ uit Toscane, Priorat, Californie en Australië, eigenlijk best wel mee vielen. En dan hebben we het niet eens over de vergelijking met de grands crus uit de Bordeaux.
Wel benieuwd of prijzen in ‘normale’ jaren met voldoende opbrengsten, weer naar hun oude, relatief billijke, niveau terugkeren….