Sluiten
Sluiten

Oktober 2022

Corsica

Oktoberreis

Een zesdaagse wijntrip die uiteindelijk een zevendaagse werd, op, over en dwars door betoverend Corsica.

Wijnparadijs Corsica: de feiten

Misschien nuttig om eerst wat feiten over de wijn(bouw) van Corsica op een rijtje te zetten. Allereerst moet je beseffen dat Corsica in feite één groot bergmassief is, dwars van noord naar zuid met 120 bergtoppen boven de 2000m met als hoogste Le monte Cinto (2706m), die om een beeld te geven maar 22km van zee ligt. Meer dan helft van de oppervlakte van Corsica bevindt zich boven de 400m. Wijnbouw vindt vooral plaats aan de smalle kuststroken en op de uitlopers van de bergen, maar zelden hoger dan op 200-350 meter. De bergketen in de rug en de immer aanwezige winden van zee zorgen voor flinke temperatuurverschillen tussen dag en nacht, heel fijn voor kwaliteitswijnen. Net medio oktober was het overdag 26˚-27˚(we boften…) ‘s nachts amper boven het vriespunt. ‘s Zomers daalt het van 30˚-35˚C naar behaaglijker 10-15 graden in de nacht.

Bij Marie-Charlotte Pinelli in natuurreservaat Désert des Agriate bij Patrimonio (dag 4)

Bodem is vooral van (soms gedegradeerde) graniet, oerbodem vol mineralen. Uitzondering: het noorden bij (cru) Patrimonio met kalk/klei en het middenoosten bij Aleria, daar meer alluviale gronden met op de betere stukken galets roulés zoals in Châteauneuf-du-Pape. Belangrijkste rode druiven: de robuuste niellucciu (halfbroer  van sangiovese) bij Patrimonio, en fruitrijke sciaccarellu die zich beter thuis voelt op graniet inzet zuiden. Maar er worden steeds meer oude vergeten druivenrassen herontdekt en opnieuw aangeplant zoals carcajolo neru, barbarossa, minustellu, .. Bij wit glorieert maar een druif: vermentinu al brengt de kalk/klei bij Patrimonio (breed, mooie zuren) heel andere wijnen voort dan de graniet elders (elegant, floraal). De muscat à petits grains (in het noorden rond de Cap Corse) heeft het moeilijk omdat zoete wijnen momenteel niet erg geliefd meer zijn, jammer want er zijn mooie te vinden zoals bij onze Muriel Giudicelli (Patrimonio). In opmars zijn de (oude) biancu gentile en genovese. In de vlakke delen bij (oude hoofdstad) Aleria zijn bij coöperaties nog de nodige (meer) internationale druiven te vinden als grenache, syrah, merlot, chardonnay, in de jaren zestig nog als de toekomst van Corsica gezien…. De jonge generatie wijnboeren (waarvan 30% vrouw) gaat voor bio, en doet dat serieus: in de belangrijkste appellations Patrimonio en Calvi wordt bio werken verplicht, is gebruik glyfosaat al verboden. En het gaat goed met de wijnen, met name met wit en rosé: halfweg de zomer is bij de meeste producenten alles al op, terwijl de wijnen zeker niet te geef zijn, beneden de 15 euro is het lastig iets echt moois te vinden. En dat terwijl er op Corsica niet eens BTW op wijnen wordt berekend. Overigens zo’n 70% van de totale productie is rosé, in enorme hoeveelheden geleverd door de coöperaties in het vlakke Oosten,

Onze zes-, nee zevendaagse Corsica trip

Dag 1

We willen dit keer wat zuidelijker gaan om daar een paar producenten te bezoeken die al lang op ons verlanglijstje staan, dus we vliegen heen op Ajaccio, komen daar eind maandagmiddag 17 oktober aan. Onbewolkte hemel, de baai schittert, vlak voor de landing scheren we over Les Îles Sanguinaires, het mythische groepje eilandjes waar Jacques Brel zo mooi (Une Île) over zong. We krijgen een upgrade bij Avis, en rijden in een stoere, bergbeklimbestendige Renault Captur, mee in plaats van gereserveerde Peugeot 208. Maar kwartier rijden naar pleisterplaats voor eerste twee dagen, gehuchtje Pisciatello alwaar een ouderwets charmante chambre d’hôtes met ouderwets gastvrije eigenaren, retro Spartaanse matrassen en vullend ontbijt met verse croissants, zelfgemaakte confitures, en avond van te voren gezette sloot koffie. Dineren is makkelijk: aan de overkant bij Auberge du Prunelli: stampvol, en dat op een oktobermaandagavond: copieuze traditioneel Corsicaanse keuken met mooie wijnkaart waarvan we alvast een blanc en twee rouges uit appellation Sartene (graniet) proberen als warming-up voor de komende dagen.’

Auberge du Prunelli in Pisciatello

Dag 2

Vandaag twee eigenwijze grootmeesters van sciaccarellu. De ochtend zijn we vrij en profiteren er optimaal van door even (tien minuten rijden) naar het Plage Blanche bij Porticcio te gaan. Fijn zandstrand met uitzicht op de baai van Ajaccio en eilandjes, de meeste (van de vele) strandtenten zijn gesloten maar we vinden er een die open is, drinken wat, mijmeren wat in alsmaar warmer worden zonnetje, Marc neemt een plons (héle baai voor zichzelf) en de gedeelde houtovenpizza smaakt buitengewoon goed.

Plage Blanche bij Porticcio met uitzicht op baai Ajaccio

Dan op naar Comte Jean-Charles Abbatucci, slechts 35 km zuidelijker, en iets meer in het binnenland. Maar een ervaren Corsicaganger weet: afstand doet er hier niet toe, het gaat om de tijd… En die is afhankelijk van de weg en de talloze bochten daarnaartoe, eerst stijgend, dan dalend, en opnieuw weer de hoogte inslingerend waarbij achter elke bocht zomaar een kudde schapen midden op de weg aan het schuieren kan zijn. Prachtige tocht, en na even zoeken en vragen op het laatste stuk vinden we het eenzaam in vallei gelegen domein.

De vallei bij Jean-Charles Abbatucci

We kennen Jean-Charles al twintig jaar, ooit voor het eerst op een beurs in Parijs ontmoet, daarna nog bij diverse andere gelegenheden. Hij is in 2000 begonnen het oude familiedomein in volle glorie te doen herrijzen, hij was de eerste die al die oude vergeten druivensoorten herontdekte, een van de eerste biodynamisten op Corsica,  wilde dolgraag met ons werken, maar we aarzelden: te duur, te moeilijk, te onbekend…  Inmiddels horen zijn wijnen bij de top van Corsica en zijn deze gelukkig ook in Nederland verkrijgbaar en wel bij degeluksdruif.nl van collega Olivier Schutte. Leuk, vooral leerzaam bezoek, op mini 4×4 hobbelen en schudden we een uur door de soms steile wijngaarden, Jean-Charles en Tjitske voorin druk pratend en gesticulerend over biodynamie, de gevolgen van klimaatverandering (hier vooral: de druiven krijgen te heet, verbranden soms, droogte is hier minder een probleem dan verondersteld), achterin in het bakkie Marc en de sommelier van een sterrenrestaurant uit Nice die zich vooral moeten zien vast te houden om niet bij een volgende hobbel uit het botsautootje gezwiept te worden.

Abbatucci experimenteert volop, oude druivenrassen, bestrijding van ziektes met gedynamiseerd zeewater zodat er geen kopersulfaat meer hoeft te worden gebruikt, snoeien in ouderwetse gobelet om de druiven beter tegen de almaar onbarmhartiger zon te beschermen. Na afloop – we hebben nu wat haast, want nog een afspraak daarna – proeven we een en ander door van vat en cuve, buiten tussen alle werkzaamheden van (her)bouw kelder en vinficatieruimte die een paar jaar gelen door brand grotendeels verloren zijn gegaan. Mooie (voor ons) nieuwe cuvée’s (Valle di Mare, Monte Bianco) naast de fameuze cuvée Ministre Impérial, en de bekende basiswijnen Faustine in drie kleuren die heel goed maar minder spannend zijn.

En weer op weg van Abbatucci naar Sebastien Poly….

We moeten door naar zonderling Sebastien Poly van U Stiliccionu twintig minuten bochten verderop in gehucht Serra du Ferro. In 2011 proefde Marc zijn wijn voor het eerst tijdens een wandelvakantie op Corsica, het was zijn eerste oogst (2006, 2007?) die zijn tante (in Piana) voor een habbekrats aan de gasten van haar table d’hôtes schonk. Liefde op eerste gezicht: wat een parfum…: maquis, rode pepers, bosbessen, mirte…, qua mondgevoel de élégance, finesse van een hoge rode bourgogne. Contact per mail en telefoon verliep en verloopt uitermate moeizaam, Sébastien blijkt een eigenheimer die nauwelijks wil (kan) communiceren: maar nu, elf jaar na dato staan we voor zijn deur. Le virtuose du sciaccarellu noemt de Revue du Vin de France hem nu (2 sterren). We zijn benieuwd.

Sebastien laat het (unieke) doleriet steen zien

Een druk, eigenwijs, zelfingenomen baasje. We moeten eerst zijn kelder in wording zien, zijn grote project, maar nu nog niet meer dan twee (eigenhandig) uitgegraven kuilen, waarin we gelijk mooi de bodem en onderlaag van graniet kunnen zien. Niet zomaar graniet, non, (gesubsidieerd) geologisch onderzoek van de universiteit Bastia heeft aan het licht gebracht dat het hier om een bijzondere variant gaat: doleriet…., hetgeen, toegegeven, het geheim achter zijn unieke wijnen kan zijn.

Rondje door de wijngaarden bij en met Sebastien Poly

We maken een rondje door de (gecertificeerd) biologisch-dynamisch bewerkte – hij past ook fytotherapie toe – wijngaarden, in tegenstelling tot (verre) buur Abbatucci die op snoeien en gobelet overstapt, opteert Poly voor het Italiaanse pergola-systeem om druiven tegen zonnebrand te beschermen en wuift de keuze van Abbatucci weg. Kift tussen die twee, dat hadden we al door. Terug aan tafel voor het huis komt eerst nog een omstandig verhaal over hoe hij zijn wijn wil verdelen (hij heeft maar 6.5 ha, waarvan 15.000 flessen/jaar) nu de vraag zo groot is: steeds in kleine porties en dan verspreid over de jaren, zo heeft hij van de exquise, energieke cuvée Antica 2018 deel verkocht, maar de rest bewaart hij, en ook wij kunnen niets bestellen, zelfs niet reserveren…, verder staat er een prestigewijn in de steigers, vraagprijs 130 euro, zowel voor particulier als importeur. Betekent dat je de wijn straks voor zo’n 250 euro in Parijs op de kop kan tikken. We proeven uiteindelijk maar een paar wijnen, waanzinnig mooie, dat wel, zeker die van 130 euro inkoop…, met gemengde gevoelens kronkelen we over de nu spookachtig donkere weggetjes naar onze chambre terug.

Sebastien licht zijn verkoopbeleid toe….

Dag 3

Een reisdag met proeven en lunchen onderweg bij Clos Canereccia, alvorens naar Patrimonio door te rijden. Prachtige en goed berijdbare weg (T20) dwars over Corsica, dalend en klimmend door diepe valleien langs bergkammen, watervallen en bossen, die ons in twee uur van Ajaccio aan de westkust naar Titi Estèphe van Clos Canereccia aan de andere kant bij Aleria voert. Titi is als altijd ietwat gestrest, zijn broer moet naar het vliegveld worden gebracht; er moet voor dementerende papa die 100 meter verderop woont worden gezorgd; het gisteren (bij de achterdeur) geschoten wild zwijn afgevoerd.

In de vuilniszak: het gisteren geschoten wild zwijn….

Maar iets na midi is het zover: we gaan proeven, eerst de net uitgegiste 22-ers, altijd leuk, spannend zo’n eerste kennismaking met nieuwe oogst. Titi – nog wat somber vlak voor de oogst – is uiteindelijk dik tevreden, nu al lekker en onmiskenbaar zichzelf de rosé cuvée des pierre 22, net als de blanc van deze (instap)cuvée, de hogere rosé’s CC en de cuvée sophie (op amfora) zijn natuurlijk subtieler, meer gelaagd. Ook nu al lekker de biancu gentile (wit) in 2022. We proeven gelijk op fles de 2021 erachteraan: fraai, hoogst verleidelijk, volzacht met fijne fraîcheur, iets voor de voorjaarsgids? Daarna volgen alle confidentiële cuvée’s rood op amfora, mooi maar kostbaar. Voor en tijdens de lunch proeven we en praten we verder, hij vertelt over het lastige van officieel overschakelen naar biodynamie, adviserende en tegelijk controlerende instantie zegt dat het eigenlijk niet kan met 30ha… Frustrerend, er zijn genoeg veel grotere domeinen op het vasteland die dat wel voor elkaar krijgen. Blij is Titi met het nieuwe type kurken dat als het goed is de natuurlijke koolzuur (=fraîcheur) in de wijn beter bewaart.

Titi over zijn plannen met biodynamie

Bij de scharrelkip uit de oven, krijgen we de rijpe, mondvullende Clos Canerreccia Blanc 2020 (vermentinu) en fijnkruidige Cuvée Sophie Blanc 2019 (biancu gentile – vermentinu – genovese op hout). Daarna de toegankelijke, sappige Cuvée Pierre Rouge 2021 en alle andere rouges op amfora uit 2019, waarbij de carcaghjolu (spreek uit: carkadjóloe) misschien wel het allermooist is… En dan is het alweer over vieren, en we moeten er echt vandaar om voor het donker in ons volgende onderkomen in Saint Florent bij Patrimonio te geraken. Toch ook nog twee uur rijden, eerst vlak, de Tyrreense Zee aan onze rechterhand en vlak voor Bastia weer de hoogte van het binnenland in, weer wat bergjes (800m) op en af, en kijk bij Oletta ontwaren we de Middellandse Zee alweer…. Standplaats dit keer het Saint-Tropez (nogal overdreven betiteling, dit is veel intiemer) van Corsica: Saint-Florent omdat ons vaste hotel in Patrimonio (4km verder) al met winterreces is. Fijn, simpel hotel, goede bedden, eigen parking, en een buitengewoon goed gehumeurde jonge gérant Maxime Orsini . Prima ontbijt met ook uitstekende koffie, Hotel Flor.

Oogstmandjes en wijngaarden bij Clos Canereccia

Dag 4

Alleen een afspraak in de middag bij Clos Marfisi in Patrimonio, dus de ochtend vrij om door Saint-Florent te slenteren, een wijnwinkel te bezoeken en wat Corsicaanse lekkernijen in huis te halen. Rond het middaguur komen er twee appjes binnen. De eerste: de KLM deelt mede dat de terugvlucht van zaterdag is gecanceld, nadere mededelingen volgen…. Nog geen minuut later: Nicolas Mariotti Bindi van Cantina di Torra, zojuist teruggekeerd van beurs in Lyon, allemaal COVID…. Helaas onmogelijk ons morgen te ontvangen. Verstandig, logisch, niettemin: grrr, was verdorie belangrijkste bezoek van onze reis. En ook onze Muriel Giudicelli krijgen we niet te zien, vertrekt net vandaag voor een ‘behandeling’ voor een paar weken naar het vasteland. Ze belooft wel nog een fles 2021 van haar fameuze patrimonio blanc 2021 bij ons hotel af te geven. Even schakelen dus, eerst maar nadere berichten van KLM afwachten, en na een heerlijke salade op intiem pleintje met uitzicht op zee, gaan we naar Clos Marfisi in Patrimonio.

Uitzicht bij lunch in Saint-Florent

Mathieu, de jonge président van de appellation die er voor heeft gezorgd dat alle producenten in Patrimonio verplicht biologisch werken, is er zelf niet, het is de nog jongere Alexis Favier die ons ontvangt. Leuke, leergierige gozer, hier in 2020 tijdens eerste lockdown komen aanwaaien en inmiddels vaste kracht in kelder en wijngaard. Droomt ervan straks zijn eigen domein te hebben en wordt hierin gesteund door Nicolas Mariotti Bindi, Anto Arena en Marfisi zelf. Saamhorigheid. We proeven zo ongeveer het hele (grote) gamma door, 2022 van cuve, 2021 op fles, ook hier wordt druk geëxperimenteerd met oude druivenrassen (genovese, riminese, biancu gentile, minustellu) en spannende assemblages. Nog net geen top maar het niveau ligt al stuk hoger dan in 2018 en 2019 toen we hier ook waren. Aanraders vooral de patrimonio blanc Grotta di Sole (ligt bij de Mursaglia van Bindi) en patrimonio blanc Ravagnola (wijngaard aan zee). We hopen dat Mathieu nu ook snel een importeur in Nederland zal vinden. Nog even tijd voor een laatste duik bij het Plage de la Roya voordat de zon in de oktobernevel boven de baai van Saint-Florent verdwijnt. Avondeten bij een ons aangeraden restaurant is helaas matig, typisch Frans: overal een scheut keukenroom over heen gooien.

Marc en de bescheiden ambitieuze Alexis Favier van Clos Marfisi (Patrimonio)

Dag 5

Van de KLM te horen gekregen dat vlucht naar zondagmiddag verplaatst is met een (lange) overstap in Lyon. Onhandig, maar een bonusdag op Corsica, er zijn ergere dingen… Autohuur dag verlengen, extra nacht in hotel van komende avond bijboeken. Vanochtend gaan we naar een protégée van Nicolas Mariotti Bindi: de piepjonge (26) Marie-Charlotte Pinelli in natuurreservaat Désert des Agriate, waar we vorig jaar Giacometti bezochten en het enige stuk van AOP Patrimonio met vooral graniet in de bodem en geen kalk/klei. Ze is ietwat nerveus, is vereerd met het bezoek, lijkt onder de indruk van ons ‘oude rotten’ in het vak. maar als we door de 2 hectare wijngaarden lopen, komt ze snel los, praat honderduit. De wijngaarden komen van opa Simon-Pierre, die ze tot 2000 (conventioneel) bewerkte, de druiven verkocht. Pa François had tot voor kort niets met wijn en is eigenaar van een groot bouwbedrijf maar doet nu, een dagje ouder, alles om het project van zijn dochter tot een succes te maken, spaart kosten noch moeite als we de ambitieuze kelder in wording zien…

Talent Marie-Charlotte Pinelli in haar door papa gesponsorde kelder

Marie-Charlotte zelf studeert een paar maanden architectuur in Parijs, ze is 18, maar de innerlijke drang om thuis iets met de wijngaarden van opa te gaan doen wint, ze keert terug naar Corsica: alleen ze weet niets van wijn maken…, ze schrijft zich in voor een (schriftelijke) cursus oenologie, gaat bij bevriende wijnboeren in de leer. Zo maakt ze op haar negentiende in 2015 haar eerste wijn bij Nicolas van Cantina di Torra. Tot alle (3.5ha) eigen wijngaarden in productie zijn, pacht pa voor haar 4ha bij Farinole, in het noordelijke deel van Patrimonio. Ze is duidelijk nog zoekende, heeft haar eigen stijl nog niet gedefinieerd. We proeven wit, de rijke rosé, een mooie rouge van 90% sciaccarellu (die het hier op graniet goed doet) en een niet, en een wel gemuteerde (zoete) muscat. Charlotte heeft een soort van lunch (mooi desembrood, schapenkaas, salumi) voor ons klaargezet, ze had begrepen dat we eigenlijk met Nicolas zouden eten. Hoe lief. We kletsen (ze is razend leergierig) en proeven verder, leren elkaar een beetje kennen. A suivre, we komen terug.

Déjeuner au chai…

Dan gaan we via Patrimonio weer de hoogte in en via de Col de Teghime (536m) met prachtig zicht op de baai van Bastia links en op de Golfe de Saint-Florent rechts, komen we eind van de middag aan in ons Hotel La Corniche, op 360m verscholen in de bossen bij San Martino Di Lota, iets ten noorden van Bastia. Een familiale, oude, gemoderniseerde herberg, met riant piscine, dito uitzicht over zee, en – naar later blijkt – met een redelijke keuken maar geweldige wijnkaart. Als we bij aankomst vragen of het goed is als we wat wijnmonsters (Giudicelli, Pinelli, Marfisi, Giacometti) proeven, verstrakt het gezicht van de toch al zwijgzame gérant Anziani. Mais non, dat kan echt niet, als tout le monde dat zou doen, etc. We gaan maar naar de kamer ons installeren en een plan B bedenken. Half uurtje later, ondertussen de wijnkaart bestudeerd hebbend, gaat Marc weer naar beneden en begint met Monsieur Anziani uitvoerig te prijzen voor zijn carte des vins vraiment extraordinaire, kijk hij begint al te ontdooien, zeker als Marc zegt dat we de nieuwe jaargang wit van Giudicelli bij ons hebben, of Monsieur die al heeft geproefd…Wij importeren die wijnen in Nederland, net als die van Cantina di Torra. Het ijs is definitief gebroken, de sommelier wordt erbij geroepen, even later zitten we aan de bar met zijn vieren geanimeerd de wijnmonsters te proeven, waarbij zich ook nog een gefortuneerde hotelgast (drinkt alleen maar goed en duur, fluistert de sommelier) uit Nice voegt, een kruising tussen (oude) Johnny Halliday en Jean-Paul Belmondo.

Petit déjeuner avec vue mer….

Dag 6

Bonusdag met ontbijt op terras vue mer’, bezoek aan (bio)markt van, en slenteren door mooi Bastia, lichte lunch aan zee, ’s middags luiwammesen en lezen bij het door bos en berg omgeven zwembad.

Mooi Bastia

Dag 7

Na mooie ochtendwandeling over oud muilezelpad, laat ontbijt, wil Monsieur Anziani ons nog per se zijn wijnkelder (prachtige collectie Corsica en champagnes) laten zien. We zijn vrienden geworden…  Ook hier gaan we terugkomen: ideaal hotel voor eerste of laatste nacht na aankomst/voor vertrek per boot of vliegtuig.

Oud wandel/muilezelpad van San Martino di Lota (360m) naar zee

En dan Bastia-Lyon-Amsterdam, avontuur Corsica editie 2022 zit er weer op.