Over natuurwijn…. Oftewel Vin Naturel….

Over Vin Naturel bestaan veel vragen en vooroordelen. Tijd voor verdieping in het onderwerp.

Wat is vin naturel?

Wijn gemaakt van druiven, zonder enige chemische toevoeging en met minimaal of geen sulfiet.

Geroemd en verguisd

Vin naturel is voor sommigen de Nec Plus Ultra van de wijnbeleving voor anderen mislukte wijn met aroma’s van appelsap, lijm en paardenstal. Wijnliefhebbers debatteren over typiciteit, drinkbaarheid, oxidatie en reductie. Moet je om vin naturel op zijn merites te kunnen beoordelen genoemde geuren en smaken voor lief nemen? Of mogen we ook kritisch zijn? Wat bezielt boeren eigenlijk om op deze manier wijn te maken. Hoe is het ontstaan? Of werd wijn vroeger altijd zo gemaakt? Is een vin naturel biodynamisch? Kun je een vin naturel aan het etiket herkennen? Legio vragen behoeven een antwoord.

Wijnbereiding op grote schaal, in roestvrijstaal

Wanneer is vin naturel ontstaan?

Vin naturel is ontstaan in de jaren tachtig van de vorige eeuw, als tegenbeweging voor Vin Industriel, die steeds artificiëler werd gemaakt. Worden oenologische hulpmiddelen in den beginne ook werkelijk als hulpmiddelen verkocht, aangeschaft en gebruikt, op een gegeven moment raakt men ervan overtuigd niet meer zonder te kunnen. De hulpmiddelen lijken een grote stap vooruit voor het bannen van vinificatie-fouten, maar hebben als bijwerking verlies aan expressie. Hierdoor gaan wijnen steeds meer op elkaar gaan lijken. Jean-Pierre Frick (Elzas) vergelijkt de moderne oenologie met het fotoshoppen van wijn….

JP is pionier in natuurlijk werken, zijn vader werkte biologisch, hij werkt sinds 1981 biodynamisch,  en is Demeter gecertificeerd. Hij is actief betrokken geweest bij het tot stand komen van Demeter regelgeving voor wijnbereiding. Sinds een paar jaar heeft hij sulfiet uit de kelder gebannen en is actief binnen de AVN: Association des Vins Naturels. Leden van de AVN confirmeren zich aan hun regels die voorschrijven dat er geen chemie bij de wijnbouw of vinificatie mag worden gebruikt, en dat de wijn tijdens de vinificatie niet gemanipuleerd mag worden door gebruik van extractie-methodes. Volgens de nieuwste regels mogen rode wijnen niet meer dan 20 mg/l sulfiet bevatten en witte niet meer dan 30 mg/l.

Dit betekent in de praktijk dat je met schone rijpe druiven moet werken die een goede zuurbalans (Ph waarde) hebben. Tijdens de wijnbereiding moet je de wijnen beschermen tegen de invloed van zuurstof en bacteriën. Van oudsher werd dit gedaan door de tannines uit de schil te gebruiken, de schillen werden pas na de alcoholische vergisting verwijderd. Vroeger werd er dan ook nauwelijks witte wijn gemaakt, vaak verdwenen witte druiven in assemblages met rode. Het is ook belangrijk een goede balans tussen oxidatie en reductie te vinden. Beide zijn vriend en vijand van wijn, zonder hun invloed wordt most gewoon vergist druivensap en krijgt het niet de complexiteit die we bij wijn zoeken…. Grofweg zien we (bij vin naturel) in Frankrijk een voorkeur voor een reductieve opvoeding en in Italië voor een oxidatieve. In de praktijk wordt vaak voor een van deze vinificatiemethodes gekozen: macération carbonique of semi-carbonique, macération pelliculaire en petillant naturel.

Frankrijk: Macération Carbonique

Een van de eersten die een tegensignaal voor Vin Industriel gaf was Jules Chauvet: (1907-1989, grondlegger van de natuurlijke wijnbouw in Frankrijk). “Biochemicus, wijnmaker en vermaard proever, merkte in de jaren vijftig dat hij het zo moeilijk vond de verschillen tussen de diverse beaujolais-cru’s te proeven. Tot z’n opluchting ontdekte hij dat het niet aan zijn neus lag, maar aan de wijn. Zwavel, sulfiet, is een uitstekend en aloud conserveringsmiddel, maar in ruime mate toegediend versluiert het de geur en smaak van de wijn. Alle wijn met te veel zwavel smaakt hetzelfde: naar de dood. Jules Chauvet ontdekte hoe je door heel natuurlijk en schoon te werken wijn kon maken zonder zwavel toe te voegen.“ (Bron: Nicolaas Klei in Handboek voor de Moderne wijnliefhebber).

Chauvet had het voordeel aan zijn kant. In de Beaujolais wordt sinds de jaren 70 de macération carbonique vinificatie toegepast. Deze techniek, geïntroduceerd door Michel Flanzy (1902-1992) oenoloog aan de universiteit van Narbonne, was aanvankelijk bedoeld om de toenmalig wat zware zuidelijke Rhône wijnen meer fruit en elegantie te geven. Hij bleek bij uitstek geschikt voor gamay van granietgrond zoals we die in de Beaujolais vinden.

Hoe werkt het?

Macération carbonique betekent letterlijk: koolzuurinweking. Wijnboeren spreken over: carbo. Het is een techniek voor de bereiding van rode wijn. De druiven worden in zijn geheel: niet ontsteeld en niet gekneusd in een gesloten kuip vergist. De kuip wordt verzadigd met natuurlijk of toegevoegd koolzuurgas (CO2). Hierdoor vergist de most in de druif zelf, dit wordt een: intracellulaire vergisting genoemd. Het zijn dit keer niet de gistcellen maar hoofdzakelijk enzymen die voor de omzetting zorgen. En worden niet alleen suikers maar ook appelzuur omgezet in alcohol. De aroma’s die hierbij worden ontwikkeld zijn in de regel fruitig, en doen vaak aan kersen en in slechte gevallen aan zuurstok en banaan denken. Deze enzymatische vergisting wordt ook wel ‘fermentation aromatique‘ genoemd.

Het gebruik van sulfiet ligt bij deze methode sowieso niet voor de hand, sulfiet zou immers door de most gemengd moeten worden, dan zouden eveneens de druiven worden gekwetst en er most ontstaan welke onder invloed van gistcellen vergist.

Macération semi-carbonique

Ook door het gewicht van de druiventrossen kan er onderin de kuip most vrijkomen waardoor een normale vergisting begint. Een combinatie van de twee: carbo en klassiek,  wordt een semi-carbonique genoemd.

In beide gevallen is, indien aan de basisvoorwaarden wordt voldaan (rijpe oogst; rijk aan druifeigen gist en goede Ph-waarde, en de alcoholische vergisting langzaam maar regelmatig verloopt), gebruik van sulfiet niet nodig. Koolzuurgas, en de gesloten kuip, beschermen de wijn tegen oxidatie.

Er zijn - helaas - natuurlijk allemaal voorbeelden te noemen waarbij de natuur even niet meewerkt waardoor er niet of niet helemaal aan de basisvoorwaarden kan worden voldaan. Dan telt het vakmanschap van de wijnmaker...

Jean Néauport

De methode is verfijnd door Jean Néauport. Hij was de rechterhand van Jules Chauvet en na diens dood heeft hij zijn rol van adviserend oenoloog overgenomen. Hij ontdekte – tijdens een warm oogstjaar – dat de most goed gekoeld kon worden met bevroren kooldioxide (droog ijs) om deze zo te beschermen tegen bacteriën die eventueel een piqure lactique zouden kunnen veroorzaken. Door te koelen creëer je tegelijk een milieu waarin gistcellen die fruitige aroma’s geven hun werk beter kunnen doen. Soms worden deze aroma’s zuurtjesachtig of ontstaan er kaneelachtige aroma’s (oxidatie). Wanneer het koelen niet effectief wordt uitgevoerd kweek je juist een voedingsbodem voor brettanomyces-gistcellen, die op hun beurt weer voor mest-achtige aroma’s kunnen zorgen. Deze gistcellen kunnen eigenlijk alleen door het gebruik van sulfiet inactief worden gemaakt.

Bon et pas bon…

Zo bestaat er bij het toepassen van deze methode risico dat er onder invloed van bacteriën, gistcellen en zuurstof ongewenste aroma’s ontstaan. Indien wel goed toegepast krijg je een rode wijn met veel fruit, weinig tannines, zachte zuren en zonder het – op de smaakpapillen uitdrogende – effect van sulfiet. De afgesloten kuip en het al dan niet natuurlijke koolzuur beschermen de wijn tegen oxidatie.

Veel natuurwijnen worden op deze manier gemaakt. Het is eigenlijk de makkelijkste manier om zonder sulfiet te werken. Ik vind het jammer dat de fruitrijke aroma’s van een carbo nogal eens domineren over de smaak van de terroir.

Vinificatie met schilinweking

Ondertussen in Italië…

De moderne oenologie bereikt Italië wat later dan Frankrijk en zien we voor het eerst in het noordoosten, in Collio waar ze in de jaren zeventig de vinificatie voor wit aanpassen met het doel er frisse wijnen van te maken. Door de most te klaren en te koelen, en oenologische hulpmiddelen zoals gistcultuur met bijbehorende enzymen toe te voegen. Ook worden de druiven nu voor vergisting geperst…. Daarvoor werd dat – ook voor witte wijn - in het algemeen niet gedaan, maar werden de hele trossen - al dan niet ontsteeld - gekneusd en vergist: macerazione sulle bucce. Dit had niet zo zeer een oenologische maar meer een economische reden. Zo werd wijn door wijnboeren en coöperaties met weinig geld gemaakt. De moderne oenologie maakte van de wijn een luxeproduct.

In Collio, waar de moderne oenologie goed geïmplementeerd is, heeft een groep boeren het roer radicaal omgegooid om de traditionele manier van wijnbereiding te her-introduceren. Giorgio en Nicolò Bensa en Stanislao Radikon experimenteren met schilinweking tijdens de alcoholische gisting met als doel uiteindelijke geen oenologische hulpmiddelen te gebruiken. De tannines uit de schil werken als natuurlijk conserveringsmiddel.

Deze wijnen hebben, afhankelijk van de duur van de schilinweking, een diepgele kleur. Door de vinificatie nemen de zuren af en de tannines toe. Wanneer voor een oxidatieve vergisting en rijping gekozen wordt kan de kleur amberkleurig of oranje worden en ontstaat de zogenaamde orange wine. Deze vinificatie met schilinweking wordt vinificazione contadina genoemd: boerenwijnbereiding.

Santa Chiara, de orange wine van Paolo Bea, oprichter en voorzitter van de Italiaanse organisatie voor Vini Naturali: Vini Veri

Vinificatie op amfora

Een andere bekende producent uit Collio, Josko Gravner, gaat nog een stap verder. In eerste instantie bant hij– recalcitrant als hij is – het ambachtelijk werken van zijn vader uit. Hij komt er echter snel achter dat modern werken hem ook niet ligt. In de jaren negentig gaat hij op reis naar het Oosten en raakt geïnspireerd door de manier waarop in Georgië wijn wordt gemaakt. De aardewerken amfora die met de intrede van hout terrein heeft verloren wordt daar nog volop gebruikt. Bij zowel witte als rode wijn vergisten hele druiven, al dan niet ontsteeld in een open amfora waarbij de hoed tijdens de alcoholische vergisting zachtjes ondergedompeld wordt. In tegenstelling tot de carbo wordt zuurstof niet gemeden. Na de alcoholische vergisting worden eventueel schillen en most gescheiden en de amfora hermetisch afgesloten. De wijn rijpt zo gemiddeld acht maanden. Dit wordt de Kartuli methode genoemd.

Vinificatie en lagering op amfora worden meer uitgebreid in een volgend hoofdstuk besproken.

De wijnkelder bij Elisabetta Foradori. Haar cuvées Morei en Sgarzon worden op amfora gemaakt.

Pét.nat

Misschien is de meest natuurlijke van alle natuurlijke vinificaties wel de methode ancestrale.  In Gaillac, Limoux, Die en Bugey wordt van oudsher zo wijn gemaakt. Wanneer je niets aan de most toevoegt, wordt het een pétillant-naturel, oftewel pét.nat.

De most wordt gebotteld voordat hij is uitgegist, waardoor het natuurlijke koolzuur dat tijdens de gisting ontstaat behouden blijft. De wijn ondergaat maar één gisting – en niet twee zoals bij champagne – en er wordt niets van buitenaf toegevoegd.

Het lijkt de meest eenvoudige oplossing voor vin naturel, maar het proces is in feite heel delicaat. Bottel je te vroeg, dan kan de fles door het ontstane koolzuur exploderen, bottel je te laat, dan krijg je te weinig prik….

Back to the future?

Is het werken zonder sulfiet een terugkeer naar zoals er vroeger wijn werd gemaakt? Het voorbeeld van Chauvet illustreert dat wel degelijk moderne kennis en techniek gebruikt wordt. De methode Kartuli lijkt meer authentiek. Maar gebruik van sulfiet is van alle tijden. Arnaud Immelé vertelt in zijn boek: les grands vins sans sulfites dat sulfiet vroeger al, en soms in ruime hoeveelheden, werd toegevoegd: “Sulfiet werd al in de antieke oudheid gebruikt. Maar is pas echt noodzakelijk geworden met de introductie van het houten vat. Het duurde een paar eeuwen voordat men tot regelgeving kwam….. In de late middeleeuwen bevatten wijnen soms tot 1 gram per liter sulfiet… Keizer Maximiliaan de Eerste stelde een wet op waarbij wijn niet meer dan 32 milligram per liter mocht bevatten.”

Bevat een vin naturel helemaal geen sulfiet?

Tijdens de alcoholische gisting kunnen gistcellen sulfiet produceren… In theorie tot 40 mg/l. Maar in de praktijk meestal 10 à 15 mg/l. Sommige producenten kiezen ervoor om op het etiket te vermelden dat er geen sulfieten zijn toegevoegd. Indien je wijn zonder sulfiet wilt maken kun je kiezen om een speciale gistcultuur te gebruiken die geen sulfiet produceert. Maar deze keuze staat haaks op de keuze voor natuurlijk werken, omdat juist natuurlijke gistculturen de terroirexpressie kunnen versterken.

Overigens verplicht de keuze voor een van bovengenoemde vinificatiemethodes natuurlijk niet tot het werken zonder sulfiet. Er zijn ook carbo's, semi-carbo's, orange wines, amfora-wijnen en petnat's waaraan sulfiet wordt toegevoegd. En op het etiket kun je helaas nooit zien hoeveel....

Bestaan er regels voor vin naturel?

In Europa bestaan er vier organisaties, twee Franse: AVN: Association des Vins Naturels En Vins S.A.I.N.S. (Sans Aucun Intrant Ni Sulfite) en twee Italiaanse VINNATUR en Vini Veri.

Leden van deze organisaties confirmeren zich aan de onderling afgesproken regels. Volgens de regels van Vins Sains, mag geen chemie in de wijngaard worden gebruikt en niets aan de wijn worden toegevoegd, ook geen sulfiet. De AVN heeft in 2015 de regels aangescherpt en nu als eis gesteld dat producenten biologisch gecertificeerd moeten zijn. In de kelder mag eveneens niets worden toegevoegd, ook geen sulfiet. De wijn mag uiteindelijk niet meer dan respectievelijk 20 mg/l bij rode en 30mg/l bij witte wijn bevatten.

De Italiaanse organisaties verbieden gebruik van oenologische hulpmiddelen en accepteren maximaal 50 mg/l sulfiet in de wijn. Vinnatur laat elk jaar een wijn per producent analyseren op residuen van bestrijdingsmiddelen en hoeveelheid sulfiet.

Biodynamisch adviseur Pierre Masson maakt compostpreparaten, lang niet elke BD wijn is een vin naturel en vice versa

Vin naturel en biodynamie

Omdat vin naturel als tegenbeweging is ontstaan en er weinig vertrouwen in de Europese regelgeving is wordt aanvankelijk besloten zonder regels te werken. Dit heeft voor nogal wat onduidelijkheid bij de consument gezorgd. Omdat voor extreem natuurlijk werken wordt gekozen, wordt snel de relatie met biodynamisch werken gelegd. Maar er zijn veel biodynamische producenten die absoluut geen vin naturel willen maken. Bij biodynamische wijnen mag er wel - beperkt - gebruik van oenologische hulpmiddelen worden gemaakt. Regels worden gemaakt door Demeter en Biodyvin. Rennaissance des appellations is een overkoepelende organisatie.

Producenten van vin naturel kunnen er voor kiezen biologisch of biodynamisch te werken maar dit is niet verplicht en is ook lang niet altijd het geval...

Bestaat er goede vin naturel?

Goed is een relatief begrip, het gaat er maar net om wat je gewend bent. Vin Naturel is in Parijs juist een hype geworden omdat het anders is….

Maar anders betekent niet dat vinificatiefouten zomaar geaccepteerd hoeven te worden. Wijn ontleent zijn charme aan terroir-expressie afkomstig van bodem, klimaat, traditie en historisch bepaalde regels. De invloed van de wijnmaker als finishing touch kan de identiteit van de wijn onderstrepen. Ook de drinkbaarheidsfactor is van groot belang.

De volgende fouten kun je bij vin naturel tegenkomen, ze resulteren in het verlies van terroir-expressie en drinkbaarheid:

 - overmatige oxidatie, herkenbaar aan verschillende soorten appelaroma's (bij wit) of kersen met kaneel (bij rood), in extreme gevallen ontstaan aroma’s die bij sherry of madeira horen; bij reductie kun je stallucht of stilstaand water ruiken…
- aanwezigheid van (te veel) vluchtig zuur, waarbij opgemerkt moet worden dat acetaten (die qua geur op vluchtig zuur lijken) weer kunnen verdwijnen, en dat meestal ook doen;
- te veel koolzuur in de wijn. Vin naturel bevat vaak een beetje natuurlijk koolzuur, hiervoor wordt gekozen omdat koolzuur tegen oxidatie beschermt. Indien je dat niet prettig vindt kun je de wijn karafferen, het teveel aan koolzuur verdwijnt dan. Maar indien het koolzuur door een ongewilde nagisting op fles is ontstaan, is de wijn instabiel en ontstaan er meestal onaangename aroma’s;
- dominante dierlijke aroma’s die zijn ontstaan door werking van gistcellen en/of bacteriën;
- dominantie van aroma’s die bij een bepaalde vinificatie-techniek horen (carbo, semi-carbo of schilinweking).

Soms moet je in de beoordeling niet te streng zijn, en afwegen wat er tegenover staat. Het werken zonder toevoegingen (waaronder sulfiet); met druifeigen gist en het weglaten van extractie methodes verhogen de drinkbaarheid. Natuurlijk ontstane aroma’s (door druifeigen bacteriën, enzymen en gist) kunnen zoveel fijner, gevarieerder en oprechter zijn dan die uit een zakje…. Het weglaten van sulfiet heeft ook invloed op smaakbeleving en aroma. In de eerste plaats is er de tactiele gewaarwording: sulfiet droogt je slijmvliezen uit, wat invloed op reukvermogen en smaakpapillen heeft. De invloed van sulfiet op het aroma is complexer. Sulfiet werkt als conserveringsmiddel, wat zowel een positief als negatieve invloed op het aroma heeft. Meestal is de geur van een wijn zonder sulfiet minder sterk getypeerd door primaire fruitaroma’s. Er is dan meer plaats voor finesse.

Voorwaarden voor een geslaagde vin naturel: rijpe druiven, met een goede zuurbalans, temperatuurbeheersing en een schone kelder.  Hier bij Jean-Francois Ganevat in de Jura.

Hoe nu verder?

Veel wijnboeren in verschillende streken experimenteren met het minimaliseren van sulfiet gebruik. Sommigen zijn geïnspireerd door de carbo en semi-carbo methode, anderen door schilinweking. Soms domineert de gekozen methode en combineert deze niet goed samen met een bepaalde streek of druif. Een carbo past bijvoorbeeld heel goed bij gamay, carignan en grenache, maar bijvvoorbeeld niet bij cabernet franc. In mijn ogen is ook niet elke wijn geschikt om met schilinweking te maken… Zo kan de wijn zowel door de gekozen vinificatie als door de eventuele fouten die bij werken zonder sulfiet ontstaan identiteit en typiciteit verliezen.

Een klassieke vinificatie leent zich ook voor werken zonder sulfiet. Hoewel witte wijnen en rosé dan meestal vanzelf hun appelmelkzuur vergisting ondergaan. In gebieden waar dit gebruikelijk is doet dit de wijn niet wezenlijk veranderen, maar bij Elzaswijnen bijvoorbeeld, is het soms nog even wennen…. Uit de Vinoblesse-stal werken: Jean-Francois Ganevat (Jura), Frédérique Giachino (Savoie), Pierre Fenals (Maison en Belles Lies, Bourgogne), Stephanie Ponson en Frederic Porro (Mas des Agrunelles, Languedoc), Thomas Jullien (Ferme Saint Martin, Rhône), Ferdinando Principiano (Piemonte), Tenute Dettori (Sardinië, Marino Colleoni (Santa Maria, Brunello), Marco de Bartoli (Sicilia) en Monte dei Roari (Custoza) min of meer klassiek en zonder sulfiet.

Belangrijk is om naast de eerder genoemde voorwaarden, de invloed van zuurstof en temperatuur goed in de gaten te houden en heel precies en schoon te werken. Ook zijn rust en tijd belangrijke voorwaarden voor succes.

Komt er een officieel keurmerk voor vin naturel?

Jean-Pierre Frick vertelde er al over, toen we begin oktober bij hem waren: de AVN werkt aan een officieel keurmerk. In de Revue du Vin de France van November 2015 wordt verslag van de vorderingen gedaan (Les vins nature veulent leur label, vrij vertaald en samengevat):

"Een delegatie bestaande uit Jacques Carroget, Jacques Flouzat en Sébastien Riffault heeft een officieel bezoek gebracht aan de INAO en de ‘Répression des fraudes‘ (DGCCRF), om te pleiten voor erkenning.
Quentin Guyonnet-Dupérat van la Répression des fraudes stelt dat verschillende wijnboeren aanspraak maken op de term vin naturel maar dat er geen enkele regelgeving voor dit soort wijnen bestaat.
De AVN voert aan dat het woord in de praktijk invulling heeft gekregen en dat elke wijnkenner weet wat er met Vin Naturel bedoeld wordt.
Waarop la Répression des fraudes toegeeft dat er steeds meer over gesproken wordt.
De AVN stelt voor hun regelgeving als maatstaf te nemen: Een vin nature moet zonder enige chemie geproduceerd worden en mag niet meer dan respectievelijk 20 mg/l voor rood en 30/mg/l voor wit bevatten (NB la RVF heeft het nog over de oude normen van 30 en 40mg/l….)
La Répression des fraudes vraagt zich daarop af of de AVN wel representatief is. Er zijn honderden wijnboeren die zeggen vin nature te maken maar de AVN telt slechts 50 leden…
Waarop de AVN antwoordt dat door regelgeving valsspelers worden uitgesloten….
La Répression des fraudes zegt de wijnwereld erover te consulteren… "
Bron: La Revue de Vin de France November 2015.

Dan zal het nog wel eventjes duren. Er zitten nogal wat haken en ogen aan erkenning.
Erkenning voor biologische wijn had al veel voeten in de aarde: de consument was er van overtuigd dat de meeste wijnen natuurlijk worden gemaakt, en de industrie wilde ze graag in die waan laten. Het aantonen van verschil maakt de wijnen afkomstig van gangbare wijnbouw minder natuurlijk…

Wanneer vin naturel erkenning krijgt zal de consument een tweede shock krijgen met de wetenschap dat zelfs biologische wijn niet zo natuurlijk is als hij idealiter zou moeten zijn. Misschien zou men zelfs gaan kunnen denken dat alleen vin naturel natuurlijk wordt gemaakt…

Ik pleit (nog steeds) voor heldere communicatie naar de consument toe. Hierbij moet extra aandacht worden besteed aan het verschil tussen ambachtelijke en industriële wijn (er bestaat van beide een biologische variant); tussen de diverse soorten teelt (duurzaam, biologisch, fukuoka/permacultuur en biodynamisch) en vinificatie (wat wordt er met druiven gedaan en wat wordt er toegevoegd, en indien van toepassing: hoeveel sulfiet bevat de wijn bij botteling).

Misschien dat vin naturel dan ook in Nederland de aandacht krijgt die het verdient.  Er wordt slechts door een enkeling serieuze kritiek geleverd. Nederland loopt hierin nogal achter in vergelijking met bv Frankrijk, Engeland, Denemarken, Noorwegen en Amerika.

Jammer voor ons, want een geslaagde vin naturel is in mijn ogen het mooiste wat er is.


Renaissance des Appellations misschien wel een van de meest prestigieuze organisaties voor biodynamische wijn.

Meer over biodynamie en natuurlijk werken

Dit artikel hoort in een serie waarbij biodynamie en natuurlijk werken in wijngaard en kelder uitgebreid worden besproken. Zie ook:
Tjitske op studiereis deel 1, o.a. over werken met het paard in de wijngaard;
Tjitske op studiereis deel 2, o.a. bezoek aan Jean-François Ganevat (Jura), producent vin naturel.
Comback van aardwerk, korte uitleg over gebruik aardewerken vaten in de wijnkelder
In kannen en kruiken, uitgebreid artikel over vinificatie en opvoeding op diverse amfora's

Baarn, oktober 2015

Alle teksten van Vinoblesse zijn gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding 4.0 licentie